De Maastrichtse benadering

Accepteren en betekenis geven aan stemmen

Het project ‘stemmen horen’ van Romme en Escher ontstond in 1987 en leidde tot een systematische aanpak van het probleem van ‘stemmen horen’ via een gestructureerd interview.

In de Maastrichtse benadering is de aandacht  gericht op de klachten en de oorzaken en niet op de diagnose. De aandacht voor de stemmen richt zich op de ervaring en hoe ermee om te gaan alsook op hoe en waardoor de stemmen zich hebben ontwikkeld, wat hun achtergrond is en hoe daar dan weer mee kan worden omgegaan.

De Maastrichtse benadering richt zich op mogelijkheden van de stemmenhoorder om met zijn stemmen te leren omgaan.

Uit bevolkingsonderzoeken blijkt dat het horen van stemmen een ervaring is die bij twee tot zes procent van de algemene bevolking voorkomt. Slechts een derde deel van de mensen met hallucinaties voldoet aan de criteria voor een psychiatrische diagnose en van deze groep zoekt slechts een derde deel psychiatrische hulp. Dit betekent dat de meeste mensen die stemmen horen geen hulp nodig hebben en er kennelijk zelfstandig mee leren omgaan. Stemmen horen alleen is geen reden voor het stellen van een psychiatrische diagnose. Dit is in overeenstemming met epidemiologische gegevens. Stemmenhoorders die daarvoor psychiatrische hulp vragen, hebben een destructief communicatiepatroon met hun stemmen en ondervinden daar hinder van in hun dagelijks leven. Vaak wordt stemmenhoorders medicatie voorgeschreven. Het effect van medicamenteuze behandeling is echter beperkt. In de praktijk geldt ook voor cognitieve therapie dat het effect op groepsniveau beperkt is. Bovendien wordt cognitieve therapie bij psychose nog weinig systematisch toegepast. Vanaf 1987 is er een behandelmodel ontwikkeld waarbij wordt uitgaan van het gegeven dat overweldigende ervaringen vaak ten grondslag liggen aan het ontstaan van stemmen. Een op herstel gerichte, systematische behandeling is vervolgens gebaseerd op het accepteren en leren omgaan met de stemmen, een relatie te leren leggen tussen de stemmen en de levensgeschiedenis, en de onderliggende emotionele problemen op te lossen.

De Maastrichtse benadering gaat vooral uit van de betekenis die de stemmen hebben in relatie tot de persoonlijke levensgeschiedenis ‘making sense of voices’.