‘Maar het is heel erg nodig dat de GGZ voor de spiegel gaat staan en goed naar zichzelf kijkt….’

 

‘De GGZ biedt slechte zorg voor stemmenhoorders!’

Peter Oud, voorzitter Stichting Weerklank over een nieuwe (betere) GGZ

 

‘De GGZ gaat te veel uit van het eigen gelijk. Men staat onvoldoende open voor kritiek. Professionals en cliënten die zich kritisch uitlaten worden te snel in de hoek van ‘anti-ggz’ geplaatst. De GGZ zit gevangen in de eigen dogma’s. Goede en soms betere behandelingen van bijvoorbeeld mensen die last en lijden ervaren vanwege stemmen horen, worden niet in overweging genomen, laat staan aangeboden. Het is zeer spijtig dat de GGZ zich zo heeft ontwikkeld. Ik geloof echt wel dat professionals van goede wil zijn en misschien dat ze het allemaal met de beste bedoelingen hebben bedacht. Maar het is heel erg nodig dat de GGZ voor de spiegel gaat staan en goed naar zichzelf kijkt. Als men voorbij kan gaan aan ego, machtsdenken en concurrentie in het binnen halen van onderzoeksgeld, dan kan er worden ingezet op het terugbrengen van de menselijke maat. Ik zou tegen al die grote en minder grote GGZ-instellingen willen zeggen dat ze de open dialoog met professionals, cliënten en samenleving moeten aangaan. Misschien is het een beetje te poëtisch, maar de verwondering over mens (een niet-wetende-houding) die aan de basis lag van onderzoek en behandeling, moet terug.’

Peter Oud is voorzitter van Stichting Weerklank. Hij nam afgelopen weken deel aan twee brainstormsessies over ‘De nieuwe GGZ”. Aan het eerste open gesprek werd deelgenomen door mensen die stemmen horen en er waren ook inspirerende gedachten van Philippe Delespaul*). De tweede bijeenkomst over Vernieuwing in de Curatieve GGZ vond plaats op initiatief van het LOC (Landelijk Orgaan Cliëntenraden) Waardevolle zorg. Daaraan werd deelgenomen door mensen die op een of andere manier (professioneel of als vrijwilliger) functioneel verbonden zijn met de GGZ.

Van biomedisch naar biosociaal
Peter Oud vroeg zich tijdens de eerste bijeenkomst hardop af wat maakt dat er zo weinig ruimte is voor de ‘Maastrichtse benadering’ inzake stemmen horen. Een werkwijze waar de behandelaar aansluit bij het denkkader van de stemmenhoorder en in de praktijk voor een groep stemmenhoorders helpend blijkt te zijn. Ruim 30 jaar geleden startten Romme en Escher met genoemde behandeling die een heel goed alternatief bood en nog steeds biedt voor de biomedische benadering van stemmen horen. In het buitenland was er opmerkelijk meer gehoor voor die bijzondere aanpak dan in eigen land. Het biomedisch denkkader was destijds en is hier nog steeds dominant. Stichting Weerklank meent dat we terug moeten naar een meer bio psychosociaal model, wat hulpverleners een bredere kijk geeft op de problemen die er liggen.

‘De relatie tussen trauma en stemmen horen lijkt sinds 2010 wel geaccepteerd in de GGZ, maar de psychiatrie heeft onvoldoende antwoord op hoe met stemmen om te gaan. Hulpverleners luisteren onvoldoende naar de stemmenhoorder en wat deze over zijn stemmen te zeggen heeft. Meer en kostbaar psychologisch onderzoek gaat de therapie niet beter maken. Binnen de GGZ heerst een mythe van biomedische verklaringsmodellen, waar geen enkel wetenschappelijk bewijs voor blijkt te zijn. Veel hulpverleners denken dat medicatie de enige oplossing is om van stemmen af te komen. Gebleken is inmiddels dat de belangrijkste factor in de behandeling de therapeut zelf is…. De Generieke Module Stemmen Horen biedt handvatten, maar binnen Fact teams kent men deze module onvoldoende en/of heeft men geen weet van de Maastrichtse benadering. Verandering in de GGZ gaat traag. Vooruitgang gaat per millimeter. Stichting Weerklank ziet het als haar taak hulpverleners meer handvatten te bieden, hen te helpen om zich een arsenaal aan herstelgerichte hulpmiddelen eigen te maken en cliënten te faciliteren om met hun stemmen om te leren gaan.’

En wat kan de GGZ dan anders doen?
Evidence based methodieken zijn leidend in de GGZ. Men gelooft echt dat ze beter zijn dan behandelingen die niet evidence based zijn. Het gevolg is helaas dat andere benaderingen en methoden niet onderzocht kunnen worden. Het naast of in de behandeling betrekken van spirituele betekenissen die cliënten benoemen, betekent in de GGZ dat je als hulpverlener niet serieus genomen wordt. Peter Oud nodigt professionals uit om kennis te nemen van lotgenotencontacten waarin spiritualiteit niet zomaar wordt afgewezen en juist wel belangrijk wordt gevonden als een bijdrage aan herstel.

‘Binnen de GGZ zijn het biomedisch en het psychologisch kader de twee allesbepalende denkkaders. Als het gaat om stemmen horen is een breder, opener denkkader nodig en een nieuwsgieriger instelling naar andere benaderingen en behandelingen. Hoewel er nauwelijks tot geen bewijs is voor de relatie tussen biomedische oorzaken van psychiatrische aandoeningen, blijft men er toch aan vasthouden. Eigenlijk weten we in de GGZ weinig over effectiviteit van behandelingen en methoden die worden aangeboden, zelfs als die methoden ‘onderzocht’ zijn.’

Volgens de voorzitter van Stichting Weerklank is het de hoogste tijd dat de GGZ het roer omgooit en dat ook de toezichthoudende overheid gaat sturen op wat echt helpt, minder kost en meer samenwerking in andere herstelgerichte benaderingen en behandelingen.

De menselijke maat is zoek
‘Er is maatschappelijk groeiende onvrede over de zorg die de GGZ biedt. Maar men houdt stug vol dat de maatschappij het niet goed ziet en dat er wel goede zorg wordt geboden. Er is een groter wordende groep professionals die binnen de GGZ instelling kritischer wil kijken naar de kwaliteit van de zorg, maar dat geluid komt niet aan bij de bestuurders van de instellingen. Die bestuurders zouden kunnen erkennen dat er slechte zorg wordt aangeboden, mede door de ellenlange wachtlijsten, door de symptoombestrijding en het ontbreken van goede traumabehandeling. Er is iets mis in het systeem. De manier van diagnosticeren, werkt veelal stigmatiserend. De menselijke maat is men binnen grote GGZ instellingen een beetje kwijt.

Professionals die af willen van het beperkende denken binnen hun instelling, verlaten de instellingen, zoeken hun heil bij kleinere SGGZ instellingen zoals BuurtzorgT of gaan als ZZP’er aan de slag, waar zij wel goede zorg op menselijke maat kunnen bieden.

GGZ-instellingen zouden zich kunnen realiseren, dat mensen niet allemaal hetzelfde zijn. De een is gebaat bij methode 1, de ander voelt zich meer geholpen met methodes 2-3-4. De herstelgerichte ‘Maastrichtse benadering’ wordt stemmenhoorders onthouden. De behulpzame Generieke Module wordt niet toegepast of, zoals in het geval van instelling Parnassia, worden mogelijkheden voor een goede behandeling gestopt na een bestuurlijke machtswisseling. Veranderingen vanuit de GGZ zelf blijken traag en ineffectief te zijn. Mensen die pogingen doen om iets te verbeteren raken snel gefrustreerd. Ik geef hier en nu een negatief signaal, maar dat is soms ook nodig. In de twee bijeenkomsten rondom een nieuwe GGZ zijn veel hoopgevende opmerkingen en ideeën over tafel gegaan. Daar zouden de GGZ bestuurders en de politici eens bij moeten aansluiten….’

*) Dr. Ph.A.E.G. (Philippe) Delespaul is Persoonlijk Hoogleraar Innovatie in de Geestelijke Gezondheidszorg aan de Universiteit van Maastricht (vakgroep Psychiatrie en Neuropsychologie). Hij is bij Mondriaan in Maastricht/Heerlen werkzaam als klinisch psycholoog en adviseert de instelling en regio over zorginnovatie. Hij is bestuurslid van het CCAF, (F)ACT-Nederland, HerstelTalent en De Nieuwe GGZ. Hij is betrokken bij de VIBE top-GGZ afdeling bij GGZe. Hij ontwikkelde de PsyMate™ methodiek om het dagelijkse leven van mensen in kaart te brengen. Hij adviseert overheden en stakeholders nationaal en internationaal voor vernieuwingen in de GGZ en is mede initiatiefnemer van de Nieuwe GGZ beweging.

 

Tekst: Paul Custers
Illustratie: Maarten Hoekstra